Toen WCAG 2.2 werd aangekondigd, dachten veel organisaties hetzelfde: “Moeten we nu wéér alles aanpassen?” Gelukkig valt het mee. WCAG 2.2 is geen totale verbouwing van de richtlijnen, maar een reeks aanscherpingen die aansluiten bij hoe mensen het web écht gebruiken.
Bij Bureau Toegankelijkheid voeren we dagelijks WCAG-EM onderzoeken en UX-redesigns uit, daardoor zien we precies waar websites struikelen en waar de grootste winst zit bij de overstap naar WCAG 2.2. In dit artikel vertellen we je er alles over.
Wat is WCAG 2.2?
WCAG 2.2 is de nieuwste officiële versie van de Web Content Accessibility Guidelines. Het is een uitbreiding op WCAG 2.1: dezelfde structuur, maar met nieuwe succescriteria die vooral invloed hebben op interactie en gebruiksgemak.
Waar WCAG 2.1 veel aandacht gaf aan de structuur en informatie van een website, zoals labels en alt-teksten, gaat WCAG 2.2 ook over hoe bezoekers echt navigeren en handelen. In de praktijk merken we dat net die onderdelen vaak het verschil maken tussen een website die technisch “werkt” en een website die prettig werkt.
Belangrijke thema’s binnen WCAG 2.2 zijn onder andere: toetsenbordbediening, zichtbare focus, mobiele interactie, toegankelijke formulieren en login-processen.
Waarom WCAG 2.2 ertoe doet
WCAG 2.2 is belangrijk omdat het aansluit bij hoe mensen vandaag de dag websites gebruiken: snel, mobiel, met verschillende hulpmiddelen en met uiteenlopende capaciteiten. Waar 2.1 vooral inging op structuur en informatie, richt 2.2 zich op frictie. Frictie ontstaat wanneer een gebruiker:
- de focus kwijtraakt tijdens navigeren,
- moet zoeken naar een helpoptie die niet overal aanwezig is,
- worstelt met een login die cognitief te complex is,
- of op mobiel simpelweg niet goed bij een knop kan.
Dat soort micro-frustraties leveren organisaties meer verlies op dan vaak gedacht: afhakers, lagere conversie en onduidelijk waarom bepaalde onderdelen “niet werken”. WCAG 2.2 adresseert juist die situaties. Niet door grote technische eisen toe te voegen, maar door kleine aanpassingen die de interactie voorspelbaar en toegankelijk maken.
Wat is er nieuw in WCAG 2.2?
WCAG 2.2 introduceert een aantal nieuwe succescriteria die vooral te maken hebben met bedienbaarheid. Denk aan duidelijke focusindicatoren, alternatieven voor sleepbewegingen, minimale knopgroottes en het consistent aanbieden van hulpopties. Het doel hiervan is eenvoudig: elke gebruiker moet een website kunnen bedienen zonder te verdwalen, fouten te maken of afhankelijk te zijn van één specifieke interactievorm.
In onze eigen onderzoeken zien we dat de nieuwe criteria vooral impact hebben op:
- onderdelen die bewegen (carrousels, sliders),
- login-processen,
- mobiele formulieren,
- en interface-elementen die te klein of te subtiel zijn vormgegeven.
Het zijn details, maar het zijn juist deze details waar toegankelijkheid en UX elkaar versterken.
Het verschil met WCAG 2.1
Veel organisaties verwachten dat WCAG 2.2 veel nieuw werk betekent. Het tegendeel is waar. Alles wat onder 2.1 essentieel was, blijft essentieel. De verschuiving zit vooral in de gebruikservaring.
Waar WCAG 2.1 antwoord gaf op de vraag “Is de content toegankelijk?”, beantwoordt WCAG 2.2 de vraag: “Is de interactie begrijpelijk, makkelijk en zichtbaar?”
Belangrijke verschuivingen zijn:
- meer aandacht voor mobiele bediening,
- meer focus op cognitieve toegankelijkheid,
- minder herhaling in formulieren,
- en een strengere interpretatie van duidelijke focus.
Hiermee wordt WCAG voor veel organisaties beter toepasbaar, omdat de richtlijnen directer aansluiten op UX-problemen die al langer spelen.
WCAG 2.2 in de praktijk: waar de meeste winst ligt
In de praktijk zien we dat een website die voldoet aan WCAG 2.1 vaak al een sterke basis heeft. De grootste winst bij de overstap naar 2.2 ligt meestal in het verbeteren van de interactiepunten. Een paar voorbeeldsituaties die we regelmatig tegenkomen:
- Een cookiebanner die de toetsenbordfocus vasthoudt, waardoor gebruikers niet verder kunnen.
- Een slider die alleen met slepen werkt, terwijl een alternatief ontbreekt.
- Een login-proces dat visueel duidelijk lijkt, maar cognitief te verwarrend is.
- Knoppen die visueel mooi zijn, maar op mobiel te klein blijken.
Dit soort problemen zijn zelden grote technische hindernissen, maar hebben direct effect op de toegankelijkheid én de gebruiksvriendelijkheid. Juist daarom voelt WCAG 2.2 in audits als een praktische verfijning: het maakt meetbaar wat gebruikers al lang ervaren.
Belangrijkste aandachtspunten voor WCAG 2.2
Hoewel de volledige richtlijnen veel breder zijn, draait de essentie van WCAG 2.2 in de praktijk om een aantal kernonderwerpen. Deze checklist is geen complete set criteria, maar een overzicht van de onderdelen waar we tijdens onderzoeken en redesigns de meeste impact zien:
- Toetsenbordbediening: alles moet zonder muis te gebruiken zijn.
- Zichtbare focus: de focus-indicator moet duidelijk en consistent blijven, ook bij overlays en pop-ups.
- Mobiele bediening: knoppen en interactieve elementen moeten ruim en makkelijk aan te tikken zijn.
- Formulieren: geen dubbele invoer, duidelijke labels en begrijpelijke foutmeldingen.
- Login en verificatie: geen onnodige cognitieve drempels of puzzels.
- Inhoud en media: alt-teksten, structuur, onderschriften en beschrijvingen zijn logisch en volledig.
- Hulpopties: contact- en hulpinformatie moet voorspelbaar beschikbaar zijn.
- Interactie-elementen: sliders, carrousels en drag-elementen hebben alternatieven.
WCAG 2.2 is vooral een kans
De kracht van WCAG 2.2 zit niet in verplichtingen, maar in verbeteringen die bijna altijd leiden tot meer vertrouwen, duidelijkere interfaces en betere resultaten. Veel organisaties merken dat wanneer ze de interactie verbeteren, de merkbeleving en conversie vanzelf meebewegen.
Voor wie al investeerde in WCAG 2.1 is 2.2 geen sprong, maar een logische vervolgstap, en vaak de stap die het verschil maakt tussen een website die “werkt” en een website die fijn werkt.
Wil je weten hoe jouw website scoort op WCAG 2.2 en waar de grootste verbeterpunten liggen? Neem contact met ons op en ontdek hoe we je kunnen begeleiden van onderzoek tot aan praktische implementatie.
